« augustus 2008 | Main | oktober 2008 »

30 september 2008

Rufus 2

rufus1L.jpgRufus kan nog niet bij de bank en is uiteindelijk in slaap gevallen op een bijpassend fleecedekentje. Zaterdag zou hij een vriendje krijgen, maar die mag nog een week bij moederpoes blijven vanwege besmettingsgevaar. Ik ben benieuwd of een van de twee straks in dat mandje-aan-de-verwarming gaat liggen dat hier al drie jaar voor oude Teun rondzwerft. Teun heeft niks met mandjes, Teun ligt het liefst Op Mensen.

Rufus 1

rufus2L.jpgHier is hij dan: Rufus! Nog maar 8 weken oud en gelijk al niesziekte opgelopen. Rufus had dus een flinke rotdag vandaag. Weg bij zijn familie, voor het eerst in een auto, rechtstreeks naar de dierenarts en de komende dagen veroordeeld tot pilletjes in z'n keel en een zalfje in zijn oogjes. En dat alles in een nieuw huis met nieuwe geuren en geluiden en vooral: nieuwe mensen. Hij vindt mij momenteel maar matig aardig, ik ben tenslotte die van die handen en die medicijnen. Geen goeie kennismaking dus straks rol ik hem in een handdoek als ik hem weer te grazen moet nemen.

29 september 2008

Dublin Shopping

shoppingL.jpg
Mijn gezelschap houdt van shoppen. Ik niet. En toch kwam ik met een aantal kledingstukken thuis die ik in Nederland in m'n eentje nooit had aangeschaft. Mijn gezelschap heeft namelijk verstand van shoppen; ik had zelfs een persoonlijke Dyanne Beekman om me heen, die me verzekerde dat zo'n lange trui met brede riem echt superhip en afkledend (als dat een woord is) stond. Om te shoppen moet je lopen en men, wat hebben we gelopen. Dublin heeft geen metro of tram, er scheuren alleen bussen van allerlei pluimage rond en die hebben we niet genomen. Volgens een of ander boekje was alles op loopafstand en hadden we een centraal gelegen hotel. Nou.
Na een dag shoppen, iets bezichtigen, weer verder lopen, verkeerd lopen of Grafton Street honderd keer op en neer, kon het zomaar zijn dat je eenmaal op een stoel iets voelde als: oja, ik had ook voeten!
Omdat ik met een antibioticakuur en verder er nogal doorheen vertrokken was, trok ik dat geloop af en toe helemaal niet. Maar misschien ben ik ook gewoon een watje. In elk geval had ik op dag twee al door dat ik op vakantie was en ik dus niet perse hoefde te doen wat zij deden. Op de foto boven ben ik naast een shopping mall neergezegen. Grote take-awaykoffie bij de hand, papieren zak onder de billen en maar rondkijken. Ik kwam daar tot de conclusie dat de lol van stedentripjes voor mij vooral zit (ja!) in de mensen van de stad waarin ik ben losgelaten. Niet dat kasteel of museum, niet de resten van een oud iets, niet het beklimmen van de nationale trots. Nee, gewoon mensen kijken. Hoe ze eruit zien, hoe groot ze zijn, of hoe klein als in Spanje, hoe ze praten met elkaar. Het liefst keek ik ook nog even hoe ze wonen, tussen welk meubilair en hoe groot hun huizen zijn. Maar dat kan niet. Op een stedentripje.
Mijn tussenstops op stoepjes werden trouwens volledig geaccepteerd. Als ik het zat was, en iedereen in een winkel rondhing, sms-ste ik dat ik opgehaald wilde worden uit de ballenbak. Dan kwamen ze me halen, met tassen met mooie schoenen of een nieuw vestje. En dan klepten we weer verder op een terras met van die supersonische koffies. Goed schema.

28 september 2008

Hairy Lemon

hairylemonL.jpgIk had het beloofd en nou weet ik niet waar ik moet beginnen. De rode koffer met niet betaald overgewicht? Het gevlieg en dat je halverwege serieus denkt dat je een hersenbloeding krijgt wegens ontploffend hoofd? Of de eerste blik op het hotel wat lijkt op een uitgebrande keet gesitueerd boven de Fire Brigade, godbetert?
Ik overleefde het ontploffende hoofd dankzij bemoedigende woorden en geknijp in de knie rechts van me, en het hotel bleek een andere, veel luxere ingang te hebben. Het hele hotel was paars met bordeauxrood gekleurd, met een ietwat overdreven inrichting. (denk: gouden boeddha's van 2 meter) Kortom: een vet uitgevallen hoerenkast, maar met prima bedden, goeie koffies en vriendelijke mensen. Over die koffies raak ik trouwens nu nog niet uitgepraat. Kijk, die pints zijn leuk, de Irish stew is lekker, de tosties zijn formidabel, maar die koffies! Daar heeft een mens wat aan. Cappuccino's met figuurtjes in hele grote koppen en goed schuim, je kunt me er altijd voor wakker maken, en ik zal er ook wakker van blijven want laffe bakken, daar doen ze niet aan.
De eerste avond maakten we gelijk kennis met de locals. De hoofdlocal bleek een vriendin van een vriendin en was speciaal gekomen om ons toeristen een beetje de leuke weg te wijzen. Naar the Hairy Lemon om precies te zijn. Iemand die zijn kroeg noemt naar een harige citroen heeft gevoel voor humor. In the Hairy Lemon ontdekte ik dat ook hele slanke petieterige meisjes liters bier kunnen wegwerken zonder noemenswaardig op hun benen te gaan zwaaien, dat er sinds het Ierse nationale rookverbod massa's leuke rookruimtes zijn ingericht, onder andere het binnenplaatsje waar je naast roken, nog meer bier naar binnen kunt werken en dat aangrenzend een soort van eetding is gevestigd waar je je bierige maaginhoud weer een beetje op peil kunt brengen met wat stevigs. Naast bier bleek er iets als -Kopparberg- te worden geschonken, een zoetig bier-iets dat ook bij de lokale Ikea te krijgen zou zijn. De Zweden zijn een veelzijdig volkje en de volgende keer als ik op zoek ben naar een Billy-opzetkast, ga ik zeker langs de voedselafdeling waar ik tot nu toe alleen bleef hangen bij de zweudse gehaktballen. Overigens klonk er de hele avond nergens fiedeldiedommuziek, waarvoor een hartgrondig: hoezee!
We rolden laat ons hotelbed in. De helft van ons bleek een geluchte ruimte te hebben bemachtigd. Wij, de andere twee, vertoefden in een soortement van sauna. Als we heel stillagen was er een soort van slaap-optie. Wat natuurlijk wel gebeurde, maar mijn nacht was een wirwar aan dromen, gedraai en onrust, op zoek naar lucht. De volgende ochtend hoorde ik dat ik niet had gesnurkt, maar wel zwaar geademd had. Wat me onder de gegeven omstandigheden nog best een goede hinder-score leek.

24 september 2008

Dublin

hetweerL.jpgIn juli, terwijl ik met mijn lief in een smurfenhuis de voordelen van een regenachtige vakantie ontdekte, ging de telefoon. Mijn stedentripvriendinnen hadden een plan en of ik even wilde beslissen of ik daaraan mee wilde doen. Dublin, eind september.
In de roes van de regen zei ik: tuurlijk!

Thuis lag er een ticketachtig ding in de mail en een plaatje van het hotel. Oh mijn god, waar ligt Dublin? Dit klinkt dom en dat is het ook. Ik googlede en het bleek om Ierland te gaan. Ierland, het land van de whiskey en de fiedeldiedom-muziek. En van de regen en de mist en er was ook iets met gevaarlijke cliffen en rotsen waar je zomaar vanaf kon lazeren als je niet uitkeek.

Mijn stedentripvriendinnnen verwijten mij dat ik nooit aan goeie voorpret doe. Dat klopt. Daar staat tegenover dat ik gedwee achter iedereen aanhobbel, bijna alles leuk en lekker vind en van verrassing in verrassing val. Met als hoogtepunt dieptepunt de opmerking aan het einde van de Ramblas in Barcelona: Hee! Barcelona heeft een haven! Ik bedoel maar.
Blind stap ik in het vliegtuig, aan het gangpad met een boek onder m'n neus opdat het gevlieg geheel geruisloos aan mij voorbij zal gaan. Blind vertrouw ik op het voorwerk van het stedentripteam, blind volg ik naar een museum, een kroeg of een toeristische bezienswaardigheid. Ik bestijg, onderga en vind het allemaal prachtig. Als oudste van het stel, gedraag ik me nog het meest als een blije kleuter.
Ik ben dus een waardeloze voorpretter, maar ik heb bedacht dat ik ga laten zien dat ik een goeie napretter kan zijn. Ik ga een reisverslag maken. Van A tot Z, met foto's van bezienswaardigheden, verslag van eetperikelen, de turbulentie, de matrassen in het hotel, het gesnurk van mijzelf of van de buurvrouw, het weer, de kleine ergenissen en de lol. De hele rattaplan zal hier (enigszins gecensureerd want de reis betreft vijf vrouwen) beschreven worden. Mijn hemel, waar begin ik aan.

Vandaag pak ik mijn reistas in, mijn hutkoffer mag niet mee want te zwaar en te duur en belachelijk voor vier dagen. Bummer. Ik hou erg van mijn hutkoffer en leef met het motto beter mee verlegen dan om verlegen. Vanmiddag heb ik dus inpakstress en daarna word ik opgehaald in een piepklein rood autootje om de eerste nacht van dit avontuur op matras-X in het huis van de grootste researcher door te brengen. Morgen, in alle vroegte, slepen we de hele mikmak de trein in en ga ik in de vliegtuigontkenningsfase. To be continued, fiedeldiedom.

20 september 2008

Naar de stad

roosfrankL.jpgWe waren in de stad voor een kattenbak, lekker voedsel en koffie op een terras. Ik kreeg een roos van de liefste. In de speelgoedwinkel kocht ik een dvd over Anne Frank voor mijn oudste zoon die in een Anne Frank-fase zit.
De ene cassiere tegen de andere terwijl ze de dvd bekijkt: "Hier is toch ook een boek van?"
Amazing.

Met kattenbak, voedsel, de dvd en de roos stapte ik in de tram. Ik parkeerde de roos, die het inmiddels niet zo fijn meer vond om een uur zonder water te leven, voorzichtig in het vensterbankje van de tram. Tegenover me een schattig jongetje van ongeveer zeven. Blonde haartjes en een glimlach om voor te smelten. Het jongetje stapte samen met zijn ouders uit. Op weg naar de uitgang griste hij mijn roos bij het raam weg en spurtte naar buiten. M'n roos! riep ik uit en rende achter het jongetje aan. Ik kreeg hem ternauwernood terug.
Amazing.

18 september 2008

Begraaf

zonnebloemL.jpgIk ging op pad richting begraafplaats met een grote zonnebloem onder de arm. Er was ons namelijk gevraagd allemaal een bloem mee te nemen. Goed gebaar. Op weg stopte ik nog even bij de huisarts. Wat leuk, heb je bloemen voor me meegenomen? Eh nee, dit is voor een begrafenis. Ga zitten en vertel, sprak de huisarts begripvol. Op Centraal haalde ik een warme chocomel bij de dames van de warme chocomel, slappe broodjes en koffie die alleen met heel veel suiker en melk te drinken is. Zo meissie, heb je bloemen voor me meegebracht? zei de oudste mevrouw van de warme chocomel. Nee, het is voor een begrafenis, murmelde ik terug.
Ik nam de chocomel en grote zonnebloem mee naar de waterkant, daar waar de rondvaartboten vertrekken en er een bankje vrij was. Ik maakte een foto van de zonnebloem, er viel toch niks beters te doen. Ik was al benieuwd hoe je dat ging doen, maar mooie foto hoor! zei een man in rondvaartkostuum achter me.
Een half uur later stopte de bus. De buschauffeur spreidde zijn armen en zei jolig: Wijffie toch, bloemen voor de buschauffeur! Wederom legde ik uit waar de bloem voor was en vroeg waar ik voor de begraafplaats moest uitstappen. De buschauffeur zei bij iedere halte: We zijn er nog niet, ik roep echt als we er zijn.
Ik liep naar de begraafplaats, ergerde me aan het betaald parkerenbord bij de ingang en ging op een stoepje zitten wachten. Er kwamen mensen, allemaal met een bloem. Rozen, gladiolen, hortensia's, takjes uit de tuin en heel veel zonnebloemen. We luisterden en huilden om verschillende dingen en op het eind legde iedereen de bloem in het graf. De zon scheen, niet te uitbundig maar net genoeg. Vervolgens verkasten we allen naar het cafe waar we het leven vierden. Wel heel uitbundig en nooit genoeg.

16 september 2008

Straks

vakantielampL.jpgWat ga je straks eigenlijk doen? is zo'n veelgestelde vraag. Doen, als het ontslaggevecht eindelijk rond is, en ik tijd heb. Doen. Kristustepaard, er wordt van me verwacht dat ik ook nog iets ga doen.
Nou ja, die Franse vakantielamp ophangen, balkjes aan de muur boren voor schilderijen en andere plaatjes, een hele muur met drie jaar bij elkaar gesprokkelde IJburgse tegelstukjes bekleden, alle autorijfoto's uitzoeken en bundelen in een boekje, mijn jongste zoon naar de Bascule begeleiden, een maand lang alleen voor mijn kinderen zorgen als hun vader aan de andere kant van de wereld in de zon Kerstmis viert, twee babykaters op de kop tikken en opvoeden, naar Dublin met vier hele leuke mensen, naast mijn lief gaan liggen en voelen of we de hele emotionele tsunami hebben doorstaan, sporten om m'n lijf weer op orde te krijgen en werk zoeken om de rekeningen te kunnen betalen.
Maar vooral uitrusten en binnenin kijken wat er is en wat ik wil. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst heb nagedacht over wat ik wil. Het is moeten en overeind blijven, maar ergens klinkt een dringende alarmbel die zegt: het moet leuker kunnen. Het moet leuker kunnen, maar eerst is er nog afscheid. Een begrafenis op woensdag, een werkafronding, een afscheidsfeestje met collega's die er toe doen en het onvermijdelijke moment dat je je toegangspasje inlevert. Dat inlevermoment is waarschijnlijk het moment dat mijn hoofd even stil zal staan. Van schrik, om alles wat er is gebeurd en om wat ik moet gaan doen. Straks.

09 september 2008

Bende

bendevierL.jpg
Midden tussen de rokende puinhopen (ja lieve kijkbuiskinderen, er zijn rokende puinhopen > ik rook en de puinhopen staan om me heen, puin te hopen) zag ik vanavond iets moois. Ik gooi het maar gelijk in de strijd, want morgen moet ik weer blussen en dan komt het er weer niet van.
Iets moois dus. De bende van vier, en dat terwijl er echt zes mannen op het podium stonden met een gezellig huisje op de achtergrond. Ze zongen iets als de staalkaart van het Nederlandse lied maar het maakt me niet zoveel uit hoe het heet. Melige liedjes, mooie, ontroerende en erg grappige. Als dat een staalkaart heet, dan is dat zo. En er ging iets mis met een piano en mede daardoor is Kees Torn is nog steeds mijn nationale antiheld.
Afijn.
Het programma is niet meer te zien in het theater, dus het zou flauw zijn om jullie ertoe te bewegen het ook te gaan bekijken. Ware het niet dat. Er enorme televisiecamera's stonden opgesteld, en ergens in de chaos werd gemeld dat de hele avond (geknipt en geschoren) wordt uitgezonden. Op achttien oktober om elf uur 's avonds. Ik denk dat jullie dan even moeten kijken.

03 september 2008

Uitwarm

uitmarkt08L.jpgZaterdag was ik op de Uitmarkt, maar ik kan me nu al niet meer voorstellen dat ik daar in een rokje met slippers rondliep en verbrandde als een gek.

Niet goed

dahlia'sL.jpgAls het niet goed gaat, dan koop ik bloemen. Of ga naar de kapper of zomaareenwinkel. In dat soort aanvallen schaf ik me dan een handige Swiffer aan of een zakje met sterrenstickers. Geen idee wat je ermee moet en over die Swiffer ga ik natuurlijk het hele jaar struikelen, zonder hem te gebruiken.
Als het niet goed gaat, zeg ik niet zoveel meer. Het is meer de aanloop van het niet goed gaan waarin er gepraat en gepraat moet worden. En op een bepaald moment is alles gezegd, maar niets opgelost dus dan hou ik m'n kop en trek ik me terug in mijn huis, geen telefoon, geen tekst en uitleg. Alsof alles wat gezegd is, meningen, kwetsende dilemma's, verkeerde zinnen en misgeslagen planken, vastzitten in m'n hoofd en er niet meer uit kunnen. Koppijn natuurlijk, thee op de bank, geen muziek of televisie en wachten tot het blok hierboven weer wat zachter wordt.
Gisteren belde ik naar het huis van mijn ex en vertelde hoe hard het blok was geworden. Ik mocht er eten en slapen. Er werd maar een beetje gepraat, niet perse over mij maar over ons kind en de tuin en hoe je het beste zelf knoflooksaus maakt. Vroeg in de avond maakte ik de slaapbank in orde. De kat greep zijn kans en stortte zijn aanzienlijke lichaam bovenop me. De slaapbank ligt beroerd, maar ik heb geslapen als een roos. Het blok zit er nog in volle glorie, vanavond eens kijken of ik het truukje ook zelf kan. En ik wil een eigen kat. Mensen met een kitten-katertje (liefst rood) dat vanaf eind september bij mij mag komen wonen: graag een berichtje. Hij zal worden gekoesterd.