Weekend
Met Kerstmis was er geen familie, maar de dag erna des te meer. Eerst met de trein naar oma, die haar huis tegenwoordig gestyled heeft naar Charles-Dickensconcept. Dat wil zeggen: bij gebrek aan afgewerkte muren doe je gewoon geen lampen aan, stook je de houtkachel hoog en hang je overal kerstverlichting op. De ideale omgeving voor heel veel potjes pesten, yatzee en rummikub. De volgende ochtend naar het huis van mijn zus, kindergedruis, een logeerhond en verse Wii-spelletjes. Goddank wisten we ook nog iedereen aan een tafel te krijgen voor voedsel en rust. Daarna weer terug naar de trein, waar mijn oudste zoon blijkbaar genoeg had gekregen van de teringherrie uit zijn I-pod en het Volkskrant magazine ging lezen. Zodat ik toch minstens twintig minuten geconfronteerd werd met de woeste kop van Wouter Bos die dit keer op de cover mocht.
In de trein terug kregen we helaas te maken met een piep- en jengeltrein. Zo'n trein die een piepgeluid maakt, dan weer hoog dan weer laag; scheurt dwars door je hersenpan heen. Ik begrijp nooit waarom ik de ene treinreis niets hoor, en de andere keer anderhalf uur lang gemarteld moet worden. Aan de conducteur legde ik het geheel voor. De conducteur begon zich uitgebreid te verontschuldigen, maar ik wilde gewoon een verklaring. De verklaring: het geluid komt van de versnellingsbak van de trein. Heeft te maken met optrekken, afremmen, schakelen. Dus ik heb nog steeds geen antwoord. Ik neem tenminste aan dat iedere trein moet optrekken, afremmen en schakelen.