« februari 2008 | Main | april 2008 »
Dwars door alle verfzooi en een toendra aan Tundra heen, sleep ik steeds meer spullie het onaffe huis binnen. Kinderspeeltjes, een braadpan (?) een bestekbak (?) en dit weekend moest jezus mee van het oude naar het nieuwe huis. Jezus heb ik gekregen van haar tijdens het fameuze dobbelsteenspel. Zij had al een jezus en deze was leuk voor mijn nieuwe huis. Dat klopt. Jezus staat op mijn aanrechtblad prima zijn alternatieve paasgedachte te verspreiden. Mijn paasgedachte voor dit jaar was namelijk dat ik wel genoeg aan de kop heb, dus dat jezus het maar even moest oplossen. Met de wereld, of in elk geval met lastige mensen. Dat heeft hij goed gedaan, ik heb alleen leuke mensen om me heen gehad, nog eens gezellig wat voor me uit geverfd, eieren gegeten, de krant gelezen en geslapen als een os.
Mijn jezus heeft zich maar een keer laten horen. Dat was toen hij zei dat hij en de klok zich niet lieten ophangen. Nergens een haakje te bekennen, aan mijn jezus. Genoeg gehangen vond hij, dus deze jezus mag voortaan staan.
Waar ik was en waarom het hier leeg bleef. Wel, ik had een missie, en onderschat nooit een vrouw met een missie. Begin februari kreeg ik de sleutel van mijn nieuwe huis en gelijk werd ik ziek. Ziek, zieker ziekst. Ik vroeg vrij om het huis te gaan verven, maar lag in plaats daarvan in bed, boos dat mijn plannen werden doorkruist door zo'n belachelijk virus waar ook nog niet eens een meducijn tegen bestond.
Uitzieken kan ik slecht, dus zodra het enigszins kon vroeg ik weer een week vrij en maakte een plan. Binnen 1 week moest het hele huis geverfd zijn. Door mij. Heel veel mensen moeten namelijk gewoon werken of hebben andere dingen te doen.
Het werd een echte missie, met overschatting, zwabberende benen maar toch doorgaan, en dat ene doel voor ogen waar niets of niemand mij vanaf kon brengen. Het is gelukt, op 2 muren na.
Alles is geverfd. Alle 22 muren en muurtjes zijn 4 keer gezien, bestreken met god mag weten wat, maar met uiteindelijk een kleur. Nog 2 x lavendelblauw en 2 stukjes kenia-vaag. Dan puinruimen, een vloer aan laten rukken, mijn sleutelbos overhandigen aan een grote schat die de vloer als zijn missie gaat beschouwen. Ik ben doodmoe, heb pijn in spieren waarvan ik niet wist dat ik ze had, maar ik ben zo tevreden dat het huis steeds meer op een huis gaat lijken. Mijn huis. Ha!
Hieronder wat fotootjes van de afgelopen week. Ga ik nu met een kruikje op de bank liggen.
Meest gedraaide cd: Trijntje Oosterhuis. Ik heb heus wel geprobeerd om een lollig verzamelceedeetje in het apparaat te gooien, maar na zes nummers moest Trijn weer op. Verfmuziek. Ach, dat is onzin natuurlijk, het is gewoon prachtige muziek.
Het kassameisje van Leen Bakker vond dat ik twee gratis kandelaars moest meenemen. Dat was leuk. Nou heb ik een gruwelijke hekel aan het dwangmatig in tweeën uitstallen van interieurprullaria, maar ze zei het zo aardig. Dus nu staan ze in de keuken. Zul je zien dat ik ze nog ga houden ook.
Remember het patrijspoortje?
Kijk, dat zijn nou behangklare muren. Grmbl. En dat zijn ook de kussens van de bank van mijn zusje waarop regelmatig zuchtend is uitgerust.
De kinderen wilden rood en geel en oranje. Nadat het geel op muur-1 was geverfd en ik de pot rood had opengetrokken, heb ik het oranje verboden. Good lord, een hele rode muur. Gelukkig mag ik tegenwoordig nauwelijks zijn kamer nog in en komen er drie Billy's die de rode lap uit het zicht houden. Briesch!
Zooi. En een telefoon zonder bereik.
Tas van hem, tas van mij. Had ik al verteld dat ik verliefd ben geworden op brilsmurf? Oja, dat dat had ik al gezegd.
De langste muur van bijna 11 meter kreeg de verkeerde kleur groen. Tandartsgroen. Ziekenhuisgroen. Nu is hij rustig groen zonder medische associaties. Eindelijk.
Opgewekt heet de kleur. Ik schrok me kapot toen de pot openging, maar eigenlijk is het heel feestelijk. Ik heb een opgewekte keuken.
Het was de bedoeling dat ik me niets van die smurftoestand ging aantrekken. Maar toen kreeg ik er een paar en toen moest ik ze allemaal. Niet gelukt. Het allerergste is nog dat ik klussmurf mis. Ja, dat is echt heel erg.
Maandag 3 maart: Maarten van Roozendaal in de Kleine Komedie. Geweldig. Gaat zien!
Die griep, dat is een gemene. Als de koorts weer verdwenen is en je denkt dat het wel weer gaat, knauwt hij nog even venijnig na. Verven, dat moest toch echt eens gebeuren. Dus op de trap, en de hele godganse muur lichtgroen. Om dan te besluiten dat je het oerlelijk vindt. Zwabberend naar de Praxis, autopechje erbij (met wat tape vakkundig opgelost door de firma Vrolijk) en in vijf minuten (want ronkende auto met bestuurder achtergebleven op parkeerplaats) kiezen welke kleur het dan wél moest worden. En ik kan tegenwoordig al helemaal niets beslissen.
Nogmaals alle meters in het groen, grijsgroen deze keer. Goed. Phew. Daarna in de kussen- en knuffelhoek van Blijburg bijgekomen met patatas bravas, kip en rode gehaktballen. En kaarsen. Dus fijn. Morgen maar eens een werkpoging doen. Zouden ze nog weten wie ik ben?