Ding
Dit ding houdt de gemoederen hier nu al drie dagen bezig. Rufus slikte het voor m'n neus in, ik propte Rufus met ding in een kattenmandje en rende naar de dierenarts die hem een zogenaamde kotsprik gaf. Maar Rufus zou Rufus niet zijn als hij zich zomaar zou overgeven, er kwam niets uit zijn rooie lichaam. Tenminste niet aan de voorkant. Aan mij de schone taak om dan de achterkant maar goed in de gaten te houden. Ik hang al drie dagen boven een kattenbak, speur naar drolletjes waar een vrolijk plastic vlaggetje uit steekt en verlies Rufus geen moment uit het oog. Dit is niet leuk meer, dit is stalken.
Rufus schijnt het nogal grappig te vinden. Hij mag belachelijk vaak op schoot, krijgt lekkere hapjes en de tube laxeermiddel heb ik moeten verstoppen anders had hij die in een keer leeggezogen. Rufus springt door het huis, speelt met z'n vriend, ligt op z'n rug in de zon en laat het zich allemaal heerlijk aanleunen.
Tot nu toe is er alleen nog geen plastic draad met weerhaakje gesignaleerd. Het zit dus of nog in z'n buik, of ik heb er een taakje bij: drolletjes openmaken.
Iedereen had een idool, plaatjes in de agenda en posters aan de muur. Ik had dat niet. Ik was niet lid van een fanclub, had geen obsessieve platenverzameling en posters aan de muur vond ik stom. Ik hield van allerlei soorten muziek en nergens sprong er iets dusdanig uit dat ik er-op-was. Mijn dromen gingen over klasgenoten, niet over een nog onbereikbaarder soort.
Het meest smerige huishoudelijke karweitje is het schoonmaken van de oven. Wegens te lang genegeerd, hang je in een met oud vet bedropen hok; het spul dat deze smeerput volgens de verpakking binnen een kwartiertje gaat ontvetten liegt en je handen stinken nog uren naar frituur.
Aan het begin van de Kalverstraat zit zo'n vage boekwinkel, waar ze naast boeken ook kalenders, wereldkaarten en een hele verzameling meuk verkopen. In de afgelopen weken bleek een bepaalde stapel meuk niet te weerstaan: een berg kits , kleine doosjes met dingetjes er in. Kost geen cent, groot plezier. Die blauwe kocht ik vandaag en bij thuiskomst bleek er niet alleen een klein boekje met hoopvolle cliches in te zitten, maar ook een minitingeltangelding, een wind chime. Voor positieve energie, zegt de handleiding. Het minitingeltangelding hangt nu boven mijn bureau, en iedere keer dat Rufus er met zijn oranje poot een mep tegen geeft, tingelt hij. En verspreidt dus positieve energie, al merk ik daar nog niet veel van. Kom Rufus, nog maar een keer jongen.
Sinds heel lang spaar ik boekjes. Lege boekjes, opschrijfboekjes. In elk geval zijn het altijd boekjes met een onweerstaanbare buitenkant. Toen ik klein was waren het mooie schriften. In die schriften schreven mijn vriendinnetjes en ik verhalen. Er begon iemand met een verhaal en gaf het mooie schriftje door aan de volgende. Die schreef weer een ander verhaal, en zo ging het door tot het mooie schrift vol was. Soms bedachten we een thema als balletdanseres of prinses. Dan moest je daar dus een verhaal over schrijven. Ik heb een blauwe maandag op ballet gezeten en met prinsessen had ik niet veel. Dus mijn prinsessenverhaal rammelde aan alle kanten en mijn balletverhaal zat vol met turntermen want ik zat op turnen. Ja, ik ja. En ik had me een partij buikspieren, zwierde over de ongelijke leggers en maakte salto's waar ik achterstallig trots op ben. Ik durfde alleen niet goed op de balk. Hoogtevrees, toen al.
In het kader van een gezonde geest in een gezond lichaam ging ik maar eens iets aan dat lichaam doen. Het sleept tenslotte al maanden met me mee, en hoe vaker op de bank, hoe groter de warboel in 't hoofd. Maar ik haat fitness. Zo'n klasje, de lucht die in de martelruimtes hangt, het schuldgevoel bij het zien van het sportschoolpasje in je portemonnee, het gedoe: wat moet ik aan? En toch ging ik in zo'n klasje, schafte me een Albert Cuyp sportoutfitje aan en hees mezelf op de meest onchristelijke tijdstippen van de bank.
Diep, diep Amaryllisleed. Net toen er een bloem aankwam bekeken Joep en Rufus de zaak eens en deden onverbiddellijk Tjakka! En niet dat jullie denken dat ik er nu vanaf ben; er groeit een tweede stengel. Zucht.
Ik verlang naar veel, maar vooral naar de zomer. Zo'n zomer die de vorige overtreft, een Libertango-zomer. We gaan nu 2 minuten en 35 seconden doen alsof het zomer is. Dus zet de verwarming op honderd, trek je blote benen aan, klik hieronder en kijk niet naar buiten.
Mijn zoon liep stage in Artis en kreeg een Amaryllis mee. Kadootje. Nou heb ik een hartstochtelijke hekel aan Amaryllissen, nooit begrepen waarom hele volksstammen zich bezighouden met een volstrekt recht apparaat waar een bloem uit zou moeten groeien. Geen blaadje, geen franje, geen gekringel of getierelantijn, nee: gewoon een groene staaf met een bloem erop. Althans, dat is de bedoeling. Maar goed, je bent een beetje 'n aardige moeder, dus je zet het ding bij gebrek aan vensterbanken zoveel mogelijk in het licht en hoopt dat het allemaal snel voorbij zal zijn.